Speelpleinwerk en opvang

Het is logisch dat er ook naar het speelpleinwerk gekeken wordt als middel om aan de vraag naar opvang te voldoen. De lage kostprijs en de openheid maken van speelpleinwerk bovendien een gegeerde opvangplek voor ouders. 

Speelpleinwerk kan en wil een opvangfunctie vervullen, maar niet ten koste van wat speelpleinwerk in essentie is: een vrijetijdsaanbod en jeugdwerk (door jongeren, in hoofdzaak vrijwilligers). De VDS is formeel: speelpleinwerk is geen opvang. Speelplein als dusdanig percipiëren zorgt voor foute verwachtingen bij alle betrokken actoren. Speelpleinen hebben het recht om nee te zeggen op momenten dat bv. ouders vragen om een half uur later te sluiten of vroeger te starten.

Speelpleinwerk dient de vraag naar opvang dus niet in haar eentje op te lossen, maar kan wel haar steentje bijdragen. Onder andere door samenwerking met aanbieders van opvang (bv. buitenschoolse kinderopvang, kinderdagopvang, lokale vzw…).

Filter


Hoe nuttig vind je deze pagina?


43,6% van de ouders gebruikt speelpleinwerk als opvang.

Cijfers over vakantieopvang

De Gezinsbond bevraagt ouders over vakantieopvang

43,6% van de ouders gebruikt speelpleinwerk als opvang. 

Dat is één van de cijfers die de studiedienst van de Gezinsbond lanceert (mei 2017) in het dossier 'over vakantieopvang'. Om te weten welke behoeftes aan vakantieopvang gezinnen momenteel hebben en de knelpunten te achterhalen, bevroegen ze eind januari-begin februari 2017 ouders met minstens één kind tussen 2,5 en 14 jaar oud over hoe zij de planning van de vakantieopvang ervaren. De bevraging verliep via de ledenbrief, website en Facebook. 

Grootouders zijn een enorm belangrijke schakel in de opvang tijdens de schoolvakanties. In meer dan vier op de vijf van de gezinnen zorgen zij voor een deel van de vakantieopvang, en daarmee steken ze met kop en schouders uit boven alle ‘aanbieders’ van vakantieopvang uit. Kampen zonder overnachting en speelpleinwerking vervolledigen de top drie.

“Voor ouders is het vaak veel gepuzzel en kinderen willen af en toe thuis zijn, in hun vertrouwde omgeving. Of bij hun grootouders - als die beschikbaar zijn. Het is vooral belangrijk om goed te kijken en te luisteren naar je kinderen. Welke behoeften hebben ze? Want hoe ze hun vakantie willen beleven, is sterk afhankelijk van kind tot kind. Het is aangewezen om een goede balans te creëren, een mix tussen gestructureerde en vrije momenten. Daarnaast is het ook belangrijk om als ouder - in de mate van het mogelijke - dingen te doen met je kinderen. Kijk wat kan voor jullie en probeer te voorkomen dat de vakantie een dwangmatig karakter krijgt.”

Pedagoog Pedro De Bruyckere


Ander onderzoek & cijfers

  • BrusselUit (2018) een grote bevraging van ouders, kinderen en sleutelfiguren (1.200 mensen in totaal) door onderzoekers van de Artesis Plantijn Hogeschool, in samenwerking met de jeugddienst van Gent, kwamen twee knelpunten naar voren. 'In de laatste week van augustus zijn de meeste gezinnen terug uit vakantie en moeten de ouders al opnieuw aan het werk'.
    Meer lezen ...
  • Uit het grote speelpleinonderzoek (2014) door Kind & Samenleving in opdracht van de Vlaamse overheid blijkt dat een gemiddelde speelpleindag 6u36 duurt, met opvang 9u24. 

  • 61.5% van de speelpleinen geeft in onze eigen 5-jaarlijkse enquête (2015) aan samen te werken met de lokale kinderopvang.

Opvangmomenten op het speelplein

Veel speelpleinen voorzien naast hopen speelplezier overdag ook voor- en naopvang voor de kinderen. Hoe kan je die opvangmomenten praktisch aanpakken en waar sta je best even bij stil als je hiermee aan de slag gaat? in deze infofiche 'opvangmomenten op het speelplein' geeft de VDS een antwoord op volgende vragen:

  • Opvang op het speelplein of niet?
  • Opvang op het speelplein of elders in de gemeente?
  • Aandachtspunten bij het organiseren van voor- en na-opvang

Een nieuw decreet

De Vlaamse Regering werkte sinds 2015 aan een decreet 'houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten'. De grote krachtlijnen uit het decreet zijn:

  • De regie wordt verlegd van het Vlaamse niveau naar het lokaal bestuur. 
  • De afstemming met buitenschoolse activiteiten wordt vorm gegeven in een lokaal samenwerkingsverband.
  • Een kwaliteitslabel voor organisatoren van kleuteropvang die daarvoor kiezen
  • De zelfontplooiing en het speelplezier van het kind centraal.

We zien kansen in:

  • De druk op jongeren en speelpleinwerk verlagen door samen te werken. 
  • Overleg met opvanginitiatieven.
  • Delen van infrastructuur, materiaal, kennis...
  • Gezamenlijke (speel-)visie
  • Duidelijkere communicatie
  • ...

Samenwerken leidt immers tot sterker speelpleinwerk. (zie onze PIT over de gemeenteraadsverkiezingen van 2018).

De VDS maakt deel uit van de Klankbordgroep van de VVSG om er de belangen van het spelende kind en speelpleinwerk te verdedigen.

Het decreet is goedgekeurd. Hier kan je de tekst vinden.

Wil je een laatste stand van zaken over dit dossier of wil je advies voor jouw gemeente hoe je het decreet kan omzetten in jouw gemeente, contacteer jouw lokale ondersteuner. We bieden speelpleinwerkingen graag inspiratie aan de hand van onze infofiche.


Onze samenleving is gericht op werk. De overheid ramt de boodschap erin. Vanuit die logica zijn ouders speelpleinwerk als opvang gaan beschouwen.

Eva Berghmans, journalist De Standaard
Lees het volledige artikel


Voorbeelden van samenwerking

 

  • De buitenschoolse kinderopvang (BKO) heeft werking in de voormiddag en het speelplein in de namiddag.
  • BKO en speelplein delen hetzelfde gebouw en helpen elkaar. (Puurs - zie bijlage)
  • Voor- en naopvang op de Speelvogels (Overpelt) gebeurt door vzw IN-Z, een dienstenchequebedrijf dat inzet op sociale tewerkstelling.
  • BKO doet de voor- en naopvang op het speelplein (Geraardsbergen)
  • Kinderen worden vanop 3 BKO-locaties naar het speelplein gebracht. Het contact verloopt via over-en-weerschriftjes. (Zaventem
  • BKO en speelplein hebben dezelfde speelvisie. De kinderen gaan in de voormiddag naar de BKO (met ondersteuning van animatoren) en in de namiddag naar het speelplein. (Evergem)
  • Animatoren komen in de kleine vakanties spelen in de kinderopvang. (Denderleeuw)
  • In Olen worden de speelpleinweken afgestemd op de sluitingsweken van de BKO.
  • BKO is het speelplein (Merksplas). Tijdens juli en augustus organiseert de BKO speelpleinwerking op een andere locatie. Ze krijgen ondersteuning van gevormde animatoren en stagiairs. Ze leggen een fietspool in met de oudste kinderen. 
  • Animatoren en begeleiders kinderopvang organiseren samen de werking in de zomervakantie. (proefproject Aalst)
  • In Overijse gaan de instappers tijdens de paas- en zomervakantie naar de IBO en alle andere leeftijdsgroepen zitten op het speelplein, op dezelfde locatie. 

Uitgangspunten bij samenwerking

Speelpleinwerk kan en wil samenwerken met opvanginitiatieven vanuit deze basisprincipes:

  • Het kind staat centraal, zowel bij het speelpleinwerk als bij de kinderopvang. Er is een gemeenschappelijk doel.
  • Speelpleinen dienen hun eigenheid te behouden. Spelen blijft het hoofddoel. Speelplein is jeugdwerk. Leg geen normen uit buitenschoolse kinderopvang of onderwijs op aan de speelse jeugdwerkvorm die het speelpleinwerk is. 
  • Het is de opdracht van het gemeentebestuur, het speelplein zelf en opvangpartners om in hun communicatie aan ouders speelpleinwerk als een vrijetijdsaanbod/jeugdwerk voor te stellen met een opvangfunctie. Nooit als opvang! Creëer geen foute verwachtingen.
  • Speelpleinwerk is een evenwaardige partner in de organisatie van een breder lokaal vrijetijds- en opvangaanbod. Het is een must dat speelpleinen mee aan de tafel zitten. Betrek dus iedereen: animatoren, hoofdanimatoren en speelpleinverantwoordelijken.
  • Waak over de haalbaarheid van openingsuren en ‘opvangtaken’ voor kinderen en animatoren. Het mag in geen geval de speelkwaliteit van de dagdagelijkse werking en het groepsgevoel onder animatoren aantasten. Speelpleinen hebben het recht om nee te zeggen op momenten dat bv. ouders vragen om een half uur later te sluiten… 
  • Niet elke speelpleinwerking moet opvang bieden. Speelpleinwerk is maar één van de partners om het recht op opvang te realiseren. De samenwerking is niet verplicht.

 


Herken je deze uitspraken?

  • "De gemeente moet mijn opvangprobleem oplossen. Kan het speelplein een half uur vroeger open en half uur later sluiten."
  • "Wij willen dat er ook een volwassen begeleider aanwezig is."

Foute verwachtingen, een logisch gevolg

Verwachtingen die ouders uiten, maar niet stroken met de eigenheid van speelpleinwerk, worden in bepaalde gevallen door de speelpleinorganisatoren zelf gecreëerd. Sommige speelpleinbesturen stellen hun werking voor als kinderopvang en niet als een vrijetijdsaanbod dat een zekere opvangfunctie vervult. Anderen gaan, vaak uit goede bedoelingen, makkelijk inspelen op de vraag van ouders waaruit een bepaalde perceptie naar de toekomst toe ontstaat. Sommige particuliere speelpleinen worden via subsidiereglementen in die richting gepusht. Als speelpleinwerking rekening houden met de mening en behoeften van ouders is beslist nodig, maar ingaan op verwachtingen die de eigenheid van speelpleinwerk raken niet. Het is een moeilijk evenwicht voor elke werking tussen ‘rekening houden met’ en ‘niet raken aan’. 

Spelen én opvangen

Speelpleinwerk en kinderopvang hebben raakvlakken, maar anderzijds verschillen ze ook van elkaar. Ze hebben elk hun eigenheid. Deze tekst 'Spelen én opvangen: Waar het speelpleinwerk en kinderopvang elkaar ontmoeten' zet beide naast elkaar.

Kinderopvanginitiatieven dienen te voldoen aan de regels van Kind en Gezin. Heeft speelpleinwerk dan geen regels? Toch wel! Soms zijn die gelijkaardig, soms verschillend en  aangepast aan de eigenheid van speelpleinwerk. 

Zo heeft de kinderopvang een regel mbt het aantal kinderen per begeleider. Voor het speelpleinwerk heeft de VDS een richtlijn gebaseerd op de eigenheid en realiteit van het speelplein. (lees  de infofiche ruimte per kind)

Maar soms leven er mythes over regels of worden die strenger geïnterpreteerd dan verwacht. Zowel bij regels van de VDS als bij Kind en Gezin. In de praktijk worden daardoor speelkansen belemmerd. Een jammere zaak. Voor de laatste versie van en de enige echte regels en richtlijnen, kan je steeds terecht bij je lokale ondersteuner.

Het verschil tussen speelplein en kinderopvang


Werken aan een kinderopvang-vriendelijke gemeente?

Het VVSG-Steunpunt Kinderopvang heeft in 2017 aan alle lokale besturen gevraagd welke ondersteuning ze bieden aan de organisatoren van kinderopvang binnen hun gemeente. Naast deze verzameling van praktijkvoorbeelden zijn er ook volop inspiratie, tips en aandachtspunten te vinden voor het uitbouwen van een kinderopvangvriendelijke gemeente en een stappenplan voor wie gemeentelijke infrastructuur ter beschikking wil stellen. 

Boeiende krantenartikels

"Er is een grote behoefte aan kinderopvang. Je hebt de buitenschoolse opvang, maar ook andere private en publieke organisaties verzorgen opvang. Je kunt je kind inschrijven voor een basketbalkamp tijdens de vakantie. Voor jou is dat een mooie oplossing als opvang, maar die basketbalclub wil absoluut geen opvang zijn. En dus laten ze het kamp maar tot 15uur duren, wat voor een werkend koppel moeilijk ligt. Het is dan aan de gemeente om een coördinerende rol op te te nemen en bijvoorbeeld opvang te laten aansluiten op dat kamp. In heel wat gemeenten gebeurt dat al, maar nog lang niet overal." 

Michel Vandenbroeck, kinderopvangprofessor